Print

Op 7 juni 2021 heeft De staatssecretaris van Financiën een informatie brief gestuurd aan de Tweede Kamer inzake de opzegging door de Russische Federatie van het Nederlands-Russische belastingverdrag. Middels deze brief informeert de staatssecretaris de Kamer over de gang van zaken en de gevolgen van dit besluit.

 

Aanleiding

Nederland is sinds 2014 in onderhandeling met de Russische Federatie over een (reguliere) gedeeltelijke herziening van het verdrag ter voorkoming van dubbele belasting. In zijn brief geeft de staatssecretaris aan dat ofschoon in januari 2020 ambtelijke overeenstemming werd bereikt over de gedeeltelijke herziening van het belastingverdrag, met daarin ook afspraken om belastingontwijking te voorkomen, de Russische Federatie Nederland in augustus 2020 benaderde om de op ambtelijk niveau uitonderhandelde aanpassingen van het belastingverdrag op een aantal onderdelen te herzien. Volgens de staatssecretaris heeft de Russische Federatie voorgesteld om onder het verdrag (hogere) bronbelastingen te kunnen gaan heffen om zo meer belastinginkomsten te realiseren. Dit verzoek is volgens de staatssecretaris door de Russische Federatie aan meerdere landen gedaan, waarbij de selectie van de landen zou zijn gebaseerd op de omvang van uitgaande dividend- en rentebetalingen vanuit de Russische Federatie naar die landen. Rusland, heeft naast Nederland, ook Cyprus, Malta en Luxemburg met hetzelfde verzoek benaderd. Deze drie landen hebben (uiteindelijk) ingestemd met het Russische voorstel. Verder geeft de staasecretaris aan dat voor zover bij hem bekend verder Zwitserland, Singapore en Hongkong zijn of worden benaderd.

Volgens de staatssecretaris kwam het voorstel van de Russische Federatie er in de kern op neer  dat de Russische Federatie, ook in gevallen waar geen sprake is van verdragsmisbruik, slechts bereid zou zijn om verdragsvoordelen onder strenge voorwaarden toe te kennen aan beursgenoteerde bedrijven. Eén van die voorwaarden is dat een beursgenoteerde vennootschap in Nederland een direct aandelenbelang heeft in een dochtervennootschap in Rusland, of omgekeerd. Volgens de staatssecretaris ligt in de rede dat niet alle beursgenoteerde bedrijven zonder meer aan alle voorwaarden zullen (kunnen) voldoen. Bedrijven zonder beursnotering, bijvoorbeeld familiebedrijven, zouden in het geheel niet meer in aanmerking komen voor verdragsvoordelen. Slechts een zeer beperkt aantal belastingplichtigen zou dan nog in aanmerking komen voor de verdragsvoordelen. Hiermee wordt onvoldoende rekening gehouden met de belangen van het reële Nederlandse bedrijfsleven. Daar komt bij dat bedrijven in andere EU- landen die eveneens actief zijn in Rusland niet te maken hebben met zulke dergelijke (ongebruikelijke) hogere bronheffingen, waardoor het reële Nederlandse bedrijfsleven op achterstand wordt gezet ten opzichte van het bedrijfsleven uit die landen.

 

Gevolgen Russisch besluit beëindiging verdrag ter voorkoming van dubbele belasting

Het verdrag kan eenzijdig worden beëindigd met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste zes maanden voor het verstrijken van een kalenderjaar. Het verdrag is door de Russische Federatie binnen deze termijn opgezegd en dit houdt in de praktijk in dat de toepassing van het verdrag ter voorkoming van dubbele belasting met Rusland per 1 januari 2022 wordt beëindigd.

Vanaf 1 januari 2022 zal dan onder omstandigheden een beroep op het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 (Bvdb 2001) kunnen worden gedaan. Dit is een eenzijdige Nederlandse regeling waarin voor aantal situaties, onder bepaalde voorwaarden, wordt voorkomen dat belastingplichtigen die in Nederland wonen of gevestigd zijn (binnenlands belastingplichtigen) over hetzelfde inkomen tweemaal belast worden, namelijk in Nederland en in een ander land. Zo is bijvoorbeeld geregeld dat een Nederlandse ondernemer (natuurlijk persoon) die winst realiseert met behulp van een buitenlandse vestiging (een vaste inrichting) recht heeft op vrijstelling van deze winst of een Nederlandse werknemer die salaris ontvangt voor werkzaamheden verricht in het buitenland, ook een vrijstelling geniet. Daarnaast blijft voor bedrijven de vrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten (deelnemingsvrijstelling en objectvrijstelling) om dubbele (economische) belasting te voorkomen, van toepassing.

Het belangrijkste gevolg van een verdragsloze situatie is dat Rusland (hogere) bronbelastingen zal kunnen heffen op uitgaande dividend-, rente- en royaltybetalingen. In de tweede plaats komen deze (hogere) bronbelastingen in relatie tot de Russische Federatie in een verdragsloze situatie niet meer voor verrekening in aanmerking. Zonder een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting wordt in relatie tot de Russische Federatie namelijk geen verrekening gegeven en zullen deze betalingen in beginsel zowel in Nederland als in Rusland aan belastingheffing worden onderworpen (dubbele belastingheffing) (Een uitzondering doet zich voor bij deelnemingsdividenden, die in Nederland zijn vrijgesteld van vennootschapsbelasting; Russische bronbelasting die wordt geheven over deelnemingsdividenden kan in Nederland dan ook niet worden verrekend.).

 

Vervolgstappen

Hoewel de opzegging van het verdrag door de Russische Federatie een stap in de verkeerde richting is, is het geen onomkeerbare stap. Nederland en de Russische Federatie hebben baat bij een goed functionerend verdrag ter voorkoming van dubbele belastingen. De Nederlandse inzet blijft er daarom nog steeds op gericht om de dialoog te zoeken en nog dit jaar tot een oplossing te komen.

 

Uiteraard belooft de staatssecretaris dat hij de Tweede Kamer op de hoogte zal houden van relevante ontwikkelingen.

 

 

Copyright – internationaltaxplaza.info

 

 

Follow International Tax Plaza on Twitter (@IntTaxPlaza)