Vandaag, 17 oktober 2023, vindt volgende bijeenkomst van de Ministers van Economische en Financiële Zaken van de EU (ECOFIN) plaats. Onder de voornaamste agendapunten voor deze vergadering staat slechts één belastingonderwerp genoemd en dat is de EU‑lijst van niet‑coöperatieve jurisdicties. Het voorstel voor een Richtlijn van de Raad tot vaststelling van regels ter voorkoming van misbruik van lege entiteiten voor belastingdoeleinden en tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU ontbreekt dus wederom op de agenda.
Laten we vooropstellen dat wij geen groot voorstander zijn van het richtlijnvoorstel dat op 22 december 2021 door de Europese Commissie is gepresenteerd. Net als met meerdere richtlijnvoorstellen van de afgelopen jaren zijn wij van mening dat ook dit richtlijnvoorstel vooral de kleinere economieën binnen de Unie zal treffen.
Bij de presentatie van het richtlijnvoorstel op 22 december 2021 was het nog de bedoeling dat de lidstaten uiterlijk op 30 juni 2023 de nodige bepalingen om aan de richtlijn te voldoen zouden hebben vastgesteld en dat zij die bepalingen vanaf 1 januari 2024 zouden gaan toepassen.
De laatste keer dat we echter iets over het richtlijnvoorstel konden lezen was in het halfjaarlijkse verslag van de ECOFIN Raad aan de Europese Raad over belastingaangelegenheden zoals dat precies 4 maanden geleden op 16 juni 2023 is gepubliceerd. Daarin werd de progressie die is gemaakt onder het Zweeds voorzitterschap als volgt beschreven:“ Onder het Zweedse voorzitterschap is het dossier in de Groep belastingvraagstukken besproken op 22 januari, 21 februari en 22 maart 2023, en in de Groep belastingvraagstukken (op hoog niveau) (GHN) op 25 april 2023. Het doel van het voorzitterschap was zo veel mogelijk vooruitgang te boeken met dit dossier, en zich daarbij onder meer te concentreren op het formuleren van nauwkeurige inhoudelijke criteria en op fiscale gevolgen. Het voorzitterschap heeft deelcompromissen en achtergrondnota's opgesteld over verschillende aspecten van de ontwerprichtlijn, waaronder een tijdschema voor rapportagetermijnen, alsook een compromistekst voor de hele richtlijn. Er werden vorderingen gemaakt met een aantal controversiële kwesties, zoals het toepassingsgebied, de criteria inzake minimum aan inhoud, fiscale gevolgen en het certificaat van fiscale woonplaats. De GHN heeft richtsnoeren gegeven voor de verdere werkzaamheden met betrekking tot deze en andere onopgeloste kwesties. Er zijn verdere besprekingen nodig om tot compromisoplossingen voor de onopgeloste kwesties te komen, ook met het gemeenschappelijke doel om de administratieve lasten voor zowel belastingplichtigen als belastingdiensten te beperken. De delegaties wezen op de onderlinge verbanden tussen de verschillende delen van deze complexe richtlijn, die ertoe kunnen leiden dat een in een bepaald deel van de richtlijn gemaakte keuze van invloed kan zijn op de oplossing in andere delen.”
Verder lijkt het erop dat het richtlijnvoorstel voor het laatst op 4 oktober jongstleden in de GHN is besproken. Helaas worden er van deze gesprekken geen besprekingsverslagen gemaakt. Daarom is het onduidelijk of en hoever de Groep belastingvraagstukken en de GHN inmiddels zijn gevorderd met het vinden van compromisoplossingen.
Copyright – internationaltaxplaza.info
Follow International Tax Plaza on Twitter (@IntTaxPlaza)