In de Staatscourant van 10 juni 2024 is een gewijzigd Besluit Fiscale Beleggingsinstelling gepubliceerd. Het besluit bevat het beleid van de staatssecretaris voor beleggingsinstellingen zoals bedoeld in artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 op het gebied van de vennootschapsbelasting en de dividendbelasting. Met de inwerkingtreding op 11 juni 2024 van het op 10 juni 2024 gepubliceerde besluit is het beslui van 14 oktober 2022, nr. 2022-219522 (Stcrt. 2022, 28063) ingetrokken.
Overigens lijkt het gewijzigde besluit enige typo’s te bevatten. Zowel in het overzicht van de wijzigingen waar verwezen wordt naar onderdeel 3.6.2, wat ons inziens onderdeel 3.5.2 zou moeten zijn. De wijzing lijkt ook door te werken in onderdeel 3.5.2 waar verwezen wordt naar de goedkeuring van van onderdeel 3.6.1. Het gewijzigde besluit van 10 juni 2024 bevat echter geen onderdelen 3.6.1 en 3.6.2.
Ten opzichte van het ingetrokken besluit van 14 oktober 2022, nr. 2022-219522 (Stcrt. 2022, 28063), is het volgende gewijzigd:
- Er is een goedkeuring opgenomen met betrekking tot de financieringslimiet en tijdelijke overschrijding door vergissing;
- Verduidelijkt is dat het voor de aandeelhoudersvereisten buiten aanmerking laten van de juridische eigenaar zonder enig economisch belang ook geldt voor de bestuurdersvereisten;
- Verduidelijkt is ook dat voor de goedkeuring voor door een dochtermaatschappij behaalde vervreemdingswinst op onroerend goed, het in een bepaalde situatie aanvaardbaar is om aan te sluiten bij de vervreemdingswinst volgens haar commerciële jaarrekening;
- Vervallen is onderdeel 6.3. over de spoedreparatie fiscale eenheid en de berekening voor uitdeling beschikbare winst. De daarin gegeven goedkeuring is intussen opgenomen in artikel 2 van het Besluit beleggingsinstellingen; en
- Vervallen is ook onderdeel 7.1. over de keuze om per 1 januari 2001 geen herbeleggingsreserve te vormen. Gezien het tijdsverloop en het beschrijvende karakter van dit onderdeel heeft het niet langer voldoende belang.
Daarnaast zijn in het nieuwe besluit ook enkele beperkte redactionele wijzigingen toegepast.
Goedkeuring mbt een tijdelijke overschrijding van de financieringslimiet door een vergissing
In onderdeed 2.3 is een goedkeuring opgenomen met betrekking tot een tijdelijke overschrijding van de financieringslimiet door een vergissing. De opgenomen goedkeuring leest als volgt:
“Het komt voor dat door vergissing meer vreemd vermogen wordt aangetrokken dan de financieringslimiet toestaat. Als deze vergissing na ontdekking zo spoedig mogelijk wordt hersteld, acht ik het niet wenselijk dat door deze vergissing de status van fbi vervalt. Daarom heb ik het volgende besloten.
Goedkeuring
Ik verleen de inspecteur toestemming bij overschrijding van de financieringslimiet namens mij op verzoek goed te keuren dat de status van beleggingsinstelling gehandhaafd blijft als voldaan is aan de volgende voorwaarden:
- De beleggingsinstelling maakt tegenover de inspecteur aannemelijk dat de overschrijding van de financieringslimiet niet bewust heeft plaatsgevonden, maar het gevolg is van een vergissing.
- Na ontdekking van de overschrijding van de limiet wordt het vreemd vermogen, zo spoedig mogelijk, maar niet later dan 6 maanden na ontdekking, teruggebracht tot een toegestaan niveau.
- De beleggingsinstelling informeert de inspecteur zo spoedig mogelijk als bij het einde van de onder b bedoelde termijn nog steeds niet wordt voldaan aan de financieringslimiet.”
Aandeelhouderschap zonder enig economisch belang en bestuurdersvereisten
In onderdeel 3.5.2 is verduidelijkt dat het voor de aandeelhoudersvereisten buiten aanmerking laten van de juridische eigenaar zonder enig economisch belang ook geldt voor de bestuurdersvereisten (ITP: in de inleiding bij het besluit wordt in dit verband ons inziens per abuis verwezen naar onderdeel 3.6.2). De tekst van onderdeel 3.5.2 leest als volgt:
“Als krachtens de goedkeuring van onderdeel 3.6.1. (ITP: Volgens ons zou dit een verwijzing naar onderdeel 3.5.1 dienen te betreffen) een juridische eigenaar die geen enkel economisch belang heeft buiten aanmerking blijft voor de aandeelhoudersvereisten, geldt deze goedkeuring ook voor de bestuurdersvereisten van artikel 28, tweede lid, onderdeel f, Wet Vpb 1969. Dus de bestuurder van een fbi kan bijvoorbeeld ook bestuurder zijn van een lichaam dat de juridische eigendom bezit van alle aandelen in de fbi, maar geen enkel economisch belang heeft bij die aandelen.”
Ontvangen dividend dat al eerder tot uitdeling heeft geleid
In de laatste alinea van onderdeel 5.1.2 is verduidelijkt dat voor de goedkeuring voor door een dochtermaatschappij behaalde vervreemdingswinst op onroerend goed, het in een bepaalde situatie aanvaardbaar is om aan te sluiten bij de vervreemdingswinst volgens haar commerciële jaarrekening. De tekst van onderdeel 5.1.2 leest met deze verduidelijking als volgt:
“Beursgenoteerde beleggingsinstellingen die beleggen in onroerende zaken keren regelmatig dividend uit in verband met commerciële winst die fiscaal nog niet is gerealiseerd. Bijvoorbeeld dividend in verband met door een dochter behaalde, maar nog niet uitgedeelde vervreemdingswinst op vastgoed. Bij latere uitdeling door de dochter moet de moeder fiscaal winst nemen en op grond van de uitdelingsverplichting uitdelen wat economisch beschouwd al is uitgedeeld. Om deze dubbele uitdeling te voorkoming heb ik besloten tot de volgende goedkeuring.
Goedkeuring
Voor zover in van deelnemingen ontvangen dividenden middellijk of onmiddellijk vervreemdingswinsten zijn begrepen op onroerende zaken die niet zijn herbelegd, worden deze op een vóór het indienen van de aangifte over het desbetreffende jaar aan de bevoegde inspecteur gedaan schriftelijk verzoek behandeld als meegekocht dividend, als tevens aannemelijk is dat het saldo van de uitdelingen van winst van de beleggingsinstelling in de voorafgaande negen jaren het saldo van de uitdelingsverplichtingen over die jaren overtreft.
Bij de toepassing van deze goedkeuring kan worden aangesloten bij de vervreemdingswinst zoals verantwoord in de commerciële jaarrekening van de betreffende dochter, als de fbi aannemelijk maakt dat ter zake van deze door de dochter behaalde vervreemdingswinst door de fbi al eerder dividend is uitgekeerd.”
De volledige tekst van het gewijzigde Besluit Beleggingsinstelling zoals gepubliceerd in de Staatscourant van 10 juni 2024 kunt u hier vinden.
Copyright – internationaltaxplaza.info
Follow International Tax Plaza on Twitter (@IntTaxPlaza)