Op 16 maart 2023 hebben Koninklijke Boskalis NV, gevestigd te Sliedrecht en Boskalis Offshore Transport Services NV, gevestigd te Antwerpen bij het Gerecht van de EU (the General Court) (Hierna: het Gerecht) een beroep ingediend tegen Richtlijn (EU) 2022/2523 van de Raad van 14 december 2022 tot waarborging van een mondiaal minimumniveau van belastingheffing voor groepen van multinationale ondernemingen en omvangrijke binnenlandse groepen in de Unie. Op 14 juli 2023 heeft de zevende Kamer van het Gerecht beslist dat het beroep niet ontvankelijk is omdat het 1 dag te laat is ingediend.

Een casus die ook als voorbeeld kan dienen om aan te geven dat het heel belangrijk is om de goede volgorde van termijnen aan te houden als men de uiterste datum waarop een beroep bij het Gerecht van de EU moet zijn ingediend wil bepalen. Als men de volgorde door elkaar haalt dan zou men zo maar eens op een andere uiterste indiendatum uit kunnen komen.

In hun beroep eisten de 2 Boskalis vennootschappen dat het Gerecht Richtlijn (EU) 2022/2523 van de Raad van 14 december 2022 betreffende het waarborgen van een wereldwijd minimumbelastingniveau voor multinationale ondernemingsgroepen en grootschalige binnenlandse groepen in de Unie (PB 2022, L 328, blz. 1) gedeeltelijk nietig zou verklaren;

In overweging 5 van haar beslissing van 14 juli 2023 zet het Gerecht nogmaals duidelijk uiteen hoe de uiterlijke indiendatum van een beroep tegen o.a. een Richtlijn bij het Gerecht moet worden berekend.

Op grond van artikel 263, zesde alinea van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) moet een beroep tot nietigverklaring worden ingesteld binnen twee maanden te rekenen, al naar gelang van het geval, vanaf de dag van bekendmaking van de handeling, vanaf de dag van kennisgeving aan de verzoeker of, bij gebreke daarvan, vanaf de dag waarop de verzoeker van de handeling kennis heeft gekregen.

Wanneer de termijn voor het instellen van beroep tegen een handeling van een van de instellingen ingaat door de bekendmaking van die handeling in het Publicatieblad van de Europese Unie, wordt hij op grond van artikel 59 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht (Beroep tegen een in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte handeling van een instelling) berekend, in de zin van artikel 58, lid 1, onder a), vanaf het einde van de veertiende dag volgend op de datum van die bekendmaking.

Overeenkomstig artikel 60 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht (Termijn wegens afstand) worden de procestermijnen verlengd met een forfaitaire termijn wegens afstand van tien dagen.

Op basis van het vorenstaande moet de beroepstermijn dus als volgt worden berekend, waarbij men er zorg voor moet dragen dat men de juiste volgorde aanhoudt omdat men anders op de verkeerde uiterste datum voor het indienen van het beroep uitkomt

 

Stap 1

De publicatiedatum van de Richtlijn + de veertiendagentermijn zoals neergelegd in artikel 59 van het Reglement:

 

22 december 2022 + 14 dagen = 5 januari 2022

 

Stap 2

De onder stap 1 berekende datum + de tweemaandentermijn zoals neergelegd in artikel 263, zesde alinea VWEU:

 

5 januari 2022 + 2 maanden = 5 maart 2023

 

Stap 3

De onder stap 2 berekende datum + de tiendagentermijn zoal neergelegd in artikel 60 van het Reglement:

 

5 maart 2023 + 10 dagen = 15 maart 2023 (Dit is de correcte uiterste indiendatum!!!)

 

Een foute uiterste indiendatum als resultaat een verkeerde volgorde

De drie hierboven genoemde stappen zijn een soort Mijnheer Van Dalen Wacht Op Antwoord, want als de verkeerde volgorde wordt aangehouden dan kan men op een verkeerde uiterste datum voor het indienen van het beroep uitkomen. (Overigens kan uit de beslissing van het gerecht worden afgeleid wat de reden is waardoor in de onderliggende zaak het beroep te laat is ingediend en daar kan dus een geheel andere reden aan ten grondslag liggen dan het door elkaar halen van de volgorde van stappen van de berekening) In het voorbeeld hieronder veranderen we de

 

Stap 1

De publicatiedatum van de Richtlijn + de tweemaandentermijn zoals neergelegd in artikel 263, zesde alinea VWEU:

 

22 december 2022 + 2 maanden = 22 februari 2023

 

Stap 2

De onder stap 1 berekende datum + de veertiendagentermijn zoals neergelegd in artikel 59 van het Reglement:

 

22 februari 2023 + 14 dagen = 8 maart 2023

 

Stap 3

De onder stap 2 berekende datum + de tiendagentermijn zoal neergelegd in artikel 60 van het Reglement:

 

8 maart 2023 + 10 dagen = 18 maart 2023 (Deze uiterste indiendatum klopt dus niet!!!)

 

En zie hier. Als men deze volgorde van stappen gebruikt voor het berekenen van de uiterste indiendatum van een beroep tegen bijvoorbeeld een Richtlijn kan men ten onrechte denken dat men 3 dagen langer heeft om het beroep in te dienen dan dat men daadwerkelijk heeft.

 

De beslissing van het Gerecht kan hier worden gevonden (helaas alleen beschikbaar in de Engelse taal)

 

 

Copyright – internationaltaxplaza.info

 

 

Follow International Tax Plaza on Twitter (@IntTaxPlaza)

 

 

Submit to FacebookSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn
INTERESTING ARTICLES